Hulp nodig? Bel gratis 24 uur per dag 0800-2000 | Direct nood? Bel 112Deze site direct verlaten

Kindermishandeling

Alle kinderen hebben recht op een veilige opvoed- en opgroeisituatie. Als ouder of opvoeder moet je hier voor zorgen. Maar soms weet je uit onmacht of in moeilijke situaties niet hoe dat moet. Je weet niet hoe je met je kind om moet gaan.

Als liefde, aandacht en een goede verzorging ontbreken of een kind door opvoeders wordt gepest, uitgescholden, geslagen of seksueel misbruikt, dan is dat kindermishandeling.

Manieren van kindermishandeling:

Lichamelijke kindermishandeling is bijvoorbeeld slaan, schoppen, bijten, knijpen, krabben, aan haren trekken of brandwonden toebrengen. Lichamelijke mishandeling komt in verschillende gradaties voor, van zeer licht tot zeer ernstig.

Bij lichamelijke verwaarlozing krijgt het kind niet de zorg en verzorging, waar het gezien zijn leeftijd behoefte aan en recht op heeft. Het gaat dan bijvoorbeeld om te weinig, slechte of onregelmatige voeding geven, onvoldoende bescherming geven tegen kou en het onvoldoende bieden van veilige ontwikkelingsmogelijkheden. Ook het ontzeggen van noodzakelijke medische zorg is een vorm van verwaarlozing.

Van psychische of emotionele mishandeling is sprake, wanneer opvoeders met hun houding en gedrag afwijzing en vijandigheid uitstralen naar het kind. Opvoeders kunnen het kind regelmatig uitschelden, het kind herhaaldelijk laten horen dat het niet gewenst is of het kind opzettelijk bang maken. Psychische mishandeling kan ook bestaan uit nare uitspraken over het kind tegenover anderen, waar het kind zelf bij is. Het opsluiten en vastbinden van het kind valt ook onder psychische mishandeling.

Als opvoeders langdurig tekort schieten in bijvoorbeeld het geven van positieve aandacht aan het kind en er is onvoldoende ouderlijk gezag en structuur in de opvoeding, dan is er sprake van psychische verwaarlozing. De behoeften van het kind worden dan niet vervuld. 

Als iemand seksuele handelingen tegen zijn zin heeft moeten ondergaan of heeft moeten uitvoeren spreek je over seksueel geweld. Vaak is het een bekende die je hiertoe dwingt, bijvoorbeeld een vader, broer, tante. Het slachtoffer kan zich machteloos voelen, zich schamen of zich schuldig voelen.

Kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld kunnen op allerlei manieren merken dat er sprake is van geweld tussen hun ouders. Zij zien of horen conflicten of worden geconfronteerd met de gevolgen ervan, bijvoorbeeld verwondingen bij een ouder of het moeten vluchten naar een veilige plek. Het kind is niet alleen getuige van geweld in het gezin, maar ook slachtoffer. Er is dan sprake van kindermishandeling.

De gevolgen zijn groot

Kindermishandeling kan blijvende psychische of lichamelijke schade veroorzaken.

Als kind denk je misschien wel dat het jouw schuld is. Maar dat is nooit zo, ook niet als je ouders zeggen van wel. Je voelt je machteloos of bang, je schaamt je. Dat kan ook voor jouw ouder of verzorger gelden. Omdat je er zelf niet over durft te praten is het heel erg belangrijk dat mensen in je omgeving de mishandeling opmerken én er iets mee doen.

Als ouder zelf zorgen dat het geweld stopt is soms moeilijk omdat je niet meer weet hoe je anders met je kind kunt omgaan of omdat je bang bent om er over te praten.

Het is belangrijk dat het thuis weer veilig wordt en dat er hulp voor iedereen komt, want het geweld stopt niet vanzelf. Iemand moet de eerste stap zetten! Ben jij dat?

Hoe herken je kindermishandeling?

Een slachtoffer van kindermishandeling herken je mogelijk aan:

  • verwondingen op onlogische plekken;
  • schrikachtigheid bij een aanraking;
  • stil en teruggetrokken gedrag;
  • druk gedrag en/of oververmoeidheid;
  • weerstand om thuis en/of alleen thuis te zijn;
  • lijkt vaak honger te hebben en/of ziet er onverzorgd uit;
  • denigrerende behandeling door de ouders (negeren, beledigen).

Dit kun je doen

Dit kun je als kind doen

Praten met iemand in jouw omgeving is een belangrijke eerste stap. Vaak zijn er meer mensen bereid je te helpen dan je zelf denkt. Als je het niet aandurft om met een volwassene te praten dan kun je misschien praten met iemand van jouw leeftijd. Een vriend, buurmeisje of klasgenoot die je vertrouwt. Wat jij het prettigst vindt. Als je eenmaal die eerste stap hebt gezet zul je merken dat het best goed voelt om je hart te luchten. Daarna kun je misschien wel praten met een volwassene, bijvoorbeeld iemand op school, een buurvrouw of een oom of tante.

Behalve jouw verhaal vertellen aan deze persoon kun je ook vragen of hij of zij met je mee gaat naar een hulpinstantie. Op de website van jouw gemeente vind je meer informatie over hulpverleners in jouw buurt.

Dit kun je doen als opvoeder doen

Praten met iemand in jouw omgeving is een belangrijke eerste stap. Vaak zijn er meer mensen bereid je te helpen dan je zelf denkt. Een goede vriend, een familielid of een buurman of -vrouw die je vertrouwt. Wat jij het prettigst vindt. Als je eenmaal die eerste stap hebt gezet zul je merken dat het best goed voelt om je hart te luchten.

Behalve jouw verhaal vertellen aan deze persoon kun je ook vragen of hij of zij met je mee gaat naar een hulpinstantie. Op de website van jouw gemeente vind je meer informatie over hulpverleners in jouw buurt.

Of je kunt zelf naar goede hulp zoeken.

Dit kun je doen als je je zorgen maakt over iemand anders

Als je je zorgen maakt om een kind of zijn opvoeders, praat erover met iemand die je vertrouwt. Vaak ben je niet de enige die iets heeft gemerkt. Iemand anders kijkt misschien op een heel andere manier naar de situatie. Samen kun je bespreken wat je het beste kunt doen. En als je een professional bent, volg je de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Ook de handreiking kinderparticipatie in de meldcode kan jou helpen om kinderen te betrekken bij de stappen van de meldcode.

Praten met ouders of kinderen om wie jij je zorgen maakt is een grote stap. Je weet meestal niet precies weet wat er aan de hand is. En je wilt de ander niet kwetsen. Daarnaast kunnen kinderen of opvoeders zich misschien schamen en alles verborgen willen houden. Het kan ook voorkomen dat zorgen niet kloppen. Toch is het beter om daar achter te komen. Als er wel sprake is van kindermishandeling, kun je samen bespreken hoe je hier iets aan kunt doen.

Veilig Thuis is er voor iedereen die direct of indirect te maken heeft met huiselijk geweld en kindermishandeling.

Je kunt bellen voor advies en ondersteuning. Voor jezelf of voor een ander. Je krijgt een medewerker aan de lijn die goed naar je verhaal luistert. Deze medewerker beantwoordt vragen en geeft advies. De medewerker kijkt samen met jou of er professionele hulp nodig is en welke hulp dan het beste is. Als je wilt of als dat nodig is, kun je anoniem blijven.

Soms is het snel duidelijk welke problemen er zijn en welke hulp nodig is. In dat geval gaat Veilig Thuis deze hulp organiseren. Soms is er niet duidelijk wat er aan de hand is en  moet dat eerst uitgezocht worden. Dat doet Veilig Thuis zo veel mogelijk samen met de mensen om wie het gaat. Maar lukt dat niet, dan kan Veilig Thuis ook onderzoek doen zonder dat de betrokkenen het daarmee eens zijn, als dat voor de veiligheid van kinderen of volwassenen nodig is.

Twijfel je? Bel dan, eventueel anoniem, voor advies. Want anders gebeurt er niets!

Bel in geval van nood altijd meteen 112.